woensdag 21 juli 2021

Laat ‘m zien wie de baas is!

 

Laat ‘m zien wie de baas is! Dát kwam gelijk in mijn hoofd op, toen ik richting de pony liep. Mijn (toen 17 jarige) dochter had mijn hulp ingeschakeld omdat een van de pony’s, de Haflinger, ‘weer eens dwars’ was.

Ze was hem aan het poetsen in de bak. En terwijl hij het hoofdstel (nét nieuw, gekocht van haar eigen geld) al om had, had hij andere plannen … Hij trok zich los, stapte hoofdstel kapot, draafde naar de hoek van de bak en begon aan het onkruid te eten wat daar rondom stond. Kont naar haar toegedraaid.

‘Maa-am, kun je even komen helpen?’, klonk het.

Ik haalde twee winterpenen, stopte ze in mijn achterzak. Pakte ook een halster met touw en de longeerzweep - je weet maar nooit - en liep met haar mee. Daar stond mijnheer, lekker te smullen van de wilgen en het kruid. Toen we naderden, maakte hij door zijn kont toe te draaien en met zwiepende staart en oren naar achteren duidelijk dat we hem met rust moesten laten.

‘Laat ‘m zien wie de baas is!’ De stem van de instructrice uit mijn jeugd kwam direct ongewild in me op. Vloekend en tierend riep ze dat als ik weer eens van een ‘onwillig’ bokkend manegepaard was gevallen. ‘Zweep erover! Geef meer been!! Pak ‘m aan!! Je laat toch niet over je heen lopen?! Je bent toch niet zwak!?’

Nee. 

Dát Wil Ik Niet Meer.

Dát is niet het stemmetje wat ik in mijn dochters hoofd wil planten.

Wat dan wél? 

Als ik met dieren (meestal honden) werk, kijk ik altijd eerst hoe het met de veiligheid is gesteld: lopen mens of dier direct gevaar? Het antwoord: nee. Het hek was dicht, dat wat hij stond te eten was niet schadelijk, en als we genoeg afstand hielden, liepen wij ook geen gevaar.

Deze pony staat, samen met zijn maatje, in een grote weide die rond die tijd (in de zomer) kaal is. Al die tijd zag hij al dat lonkende groen om hem heen, maar kon er niet bij. Nu greep hij zijn kans. Neem het hem eens kwalijk. Ben je nét lekker aan het eten, moet je stoppen omdat zo’n mens dat wil? 

Zou jij dat pikken? Dat heeft niets met valsheid, dominant of onberekenbaarheid te maken, maar met verschillende behoeften: hij wil eten, paardendingen doen, mens wil (meestal: nu!) mensendingen doen.

Dus, we wachtten af, en hielden afstand. 

Langzaamaan zag ik de spanning uit hem verdwijnen toen hij doorhad dat we hem niet wilden pakken. Binnen enkele minuten werd zijn manier van eten minder fanatiek en begon hij rustiger naar ons te kijken. 

Vanaf de zijkant benaderde ik hem iets, met mijn arm met de longeerzweep ver opzij. Ik was nog meters bij hem vandaan en stond weer stil. Geen druk. Afwachten. Hij kwam in beweging. Liep rustig weg van zijn gedekte tafel, weg van mij, de hoefslag volgend. Ik liep vanuit het midden van de bak achter hem aan. Geen druk, geen zweep gebruik, niks.

Hij ging over tot draf, proestte een keer. Het enige wat ik deed was zacht tegen hem praten: ‘Goed zo kerel, het is goed’. Zijn oortjes begonnen te bewegen. Ontspannen lijf, geen aangeknepen of zwiepende staart. Vertrouwen kwam terug. 

Na twee keer in rustige draf rond te hebben gelopen, kwam hij zelf naar me toe. Hoofd omlaag, oortjes rustig bewegend, een lange grasspriet uit zijn bek stekend. Ik gaf hem een stuk wortel, kroelde zijn hoofd, deed een stap naar achteren en bewoog mijn armen iets opzij: toe maar. Doe wat je wil. 

Hij draafde weer rustig een rondje. Ging niet naar al het groen langs de bak. Kwam weer rustig over de middellijn in stap naar me toe. Bleef staan. Ik aaide zijn hoofd, kroelde zijn manen. Deed langzaam zijn halster om, praatte zacht. Gaf ‘m nog een stuk wortel. Hij liep rustig met ons mee. Volledig ontspannen en vol vertrouwen.

Dit alles had hooguit 5-7 minuten geduurd.

 

Had ik de vroegere aanpak gehanteerd, mét geweld, dan was hij uiteindelijk vol angst en stress met ons meegegaan - omdat hij geen enkele keus had. 

Hoe anders is dan zijn ervaring, en herinnering? Aan mij? Aan mijn dochter? Aan zijn halster? Aan onze stem, geur? Hoe zou het met zijn vertrouwen zijn als hij ons de keer erna weer ziet?

Werkelijk álles wat dieren (met ons) aan ervaringen opdoen, wordt opgeslagen. Klassieke conditioneringen, in je emoties (dit is leuk, dat is eng, dit is fijn, dat is rot etc.), spelen voortdurend een rol bij waarom zij, en ook wij, doen zoals we doen. 

Net zoals dat verrekte stemmetje wat nog altijd in mijn hoofd opduikt; zorg dat jij de baas bent! Maar waar ik tegenwoordig, bewust NEE tegen kan zeggen. 

 




Foto: Hanneke Reitsma







www.hannekereitsma.nl