dinsdag 22 mei 2018

DE MAAKBAARHEIDSILLUSIE


Mensen die mij kennen, weten dat ik van de nuance ben. Toch heb ik in dit stuk de nuance bewust weggelaten. Omdat ik een tendens signaleer, waar ik - als mens en professional - wakker van kan liggen. Een tendens die meer en meer slachtoffers maakt: de maakbaarheidsillusie.


Ooit waren honden wolfachtigen. Sommige evolueerden tot hondachtige scharrelaars in de buurt van menselijke nederzettingen. Hun dagbesteding bestond uit eetbaars zoeken, beetje spelen, beetje kluiven, beetje graven, een beetje (na)jagen en veel beetjes niksen en slapen. Zij konden gewoon hond zijn en honds doen. 

Specialisten
Maar de mens wilde vooral nuttige honden. Bewuste selectie zorgde ervoor dat bepaalde eigenschappen werden versterkt en andere zelfs helemaal verdwenen. Een schaapherder fokte een herdershond voor het drijven en hoeden, géén Beagle. Een jager haalde het niet in zijn hoofd om met een Mops te gaan jagen. Als waakhond op het erf en bij de afgelegen kudde schafte men géén Labradoodletje aan maar een grote woeste waker die instinctief het verschil kent tussen mijn en dijn. 

Wie geschikt werd bevonden mocht blijven, wie ongeschikt was niet. Vaak was in het nest al duidelijk wie in potentie wel of niet geschikt was. Verdere, vaak eeuwenlange, selectie deed de rest.

De specialist-hond voert uit zichzelf zijn taak uit zodra de kans zich voordoet, hij kán niet anders. Een waakhond waakt. Een herdershond herdert/hoedt. Een jachthond jaagt/apporteert. En een vechthond ...  


Eén muisklik
Koppel dit aan het gegeven dat álle types honden, door íedereen, met één muisklik aan te schaffen zijn. Dan krijg je dit als resultaat:

- de imposante waakhond is op een flat komen wonen, met de verwachting dat hij de adhd-kinderen uit het gezin kan kalmeren. Maar niet mag blaffen en wel aardig moet doen tegen onbekenden in de lift. Intussen is hij gecastreerd vanwege zijn 'dominante en agressieve' gedrag, maar helpen deed het natuurlijk niet.

- de snelle, leergierige schapenherdershond heeft alleen nog dagelijkse uitjes naast de kinderwagen, mét prikband om. Want hij jaagt auto's, fietsers en alles wat beweegt na. Als iedereen naar het werk is, moet hij 8 uur lang ‘uit’ staan in de krappe bench. Mét medicatie vanwege 'verlatingsverdriet'. 

- de impulsief aangeschafte sledehond slijt - met zijn mooie blauwe ogen -  zijn dagen alleen tussen de Gamma-schuttingen, mét stroomband om - tegen huilen en slopen. Dromend van urenlange trektochten, samen met andere husky's. Driemaal daags wordt hij 10 minuten uitgelaten, mét anti-trektuig... 

- de stoere, atletische vechthond woont in een overvolle woonwijk, met achter iedere voordeur een hond. De verwachting was dat hij, door strenge opvoeding, niet alleen een geweldige ‘Nanny’ zou zijn, maar ook soortgenoten aardig zou gaan vinden, als zijn baas zich maar als alphaleider zou gedragen. Inmiddels heeft hij de 'keuze' tussen zijn extra stevige bench, kort aangelijnd en gemuilkorfd rondlopen en ... inbeslagname. 

Hoeveel honden mogen en kunnen er nog gewoon hond zijn? Ze hebben tegenwoordig vaak niet veel meer opties dan probleemgevend gedrag vertonen of in stilte lijden.


Trainen? Opvoeden?
Eerst vermaakte men de hond tot specialist, en nu meent men dat dit 'probleemgedrag' er wel 'even' uit getraind kan worden. 
Inmiddels zijn er trainers die goudgeld verdienen met ‘ik fix je hond in twee uurtjes’ - waarbij het welzijn van de hond niet het uitgangspunt is. En na een tijdje blijkt dat het een loze belofte was, met een hoge tol. 
Maar als het niet met de ene methode is, dan wel met die andere. Want honden worden immers 'niet vals geboren'? Het ligt immers ALTIJD aan de baas en de opvoeding?

Nee. Ieder individu (hond én mens) is maar tot bepaalde hoogte maakbaar. Socialisatie, opvoeding en training veranderen niet zijn aard. 
Het hele idee van maakbaarheid leidt tot onnodige frustratie, onmacht en verdriet. Bij mens én hond.


De maakbaarheidsillusie maakt kapot. 
Veel meer dan ons lief is.


De maakbaarheidsillusie leidt juist tot méér probleemgevend gedrag, méér ongelukken, en minder welzijn dan ooit. En uiteindelijk tot steeds minder acceptatie van honden in onze bomvolle maatschappij. 

Wordt het niet hoog tijd dat we vóór aanschaf zijn mogelijkheden én onmogelijkheden als uitgangspunt nemen? En die van onszelf? 
En de optie 'wij zijn ongeschikt' achter de hand houden?





Hanneke Reitsma