donderdag 26 november 2020

Wat doe je dan eigenlijk?

... als gedragstherapeut voor honden


‘O wat leuk! Dus je traint honden?? ’

‘Dus je bent een soort hondenfluisteraar!’

Hoe vaak ik deze spontane reacties niet hoor …

Veel mensen denken dat je leuk honden aan het trainen bent, of magische dingen met honden doet. Maar eigenlijk help ik vooral eigenaren met hun hond. En via hen de hond. Een hond kan immers zijn gedrag niet zelf aanpassen – óók niet als ik hem train of het hem ‘influister’.

En, wanneer ik me alleen richt op het trainen van de hond, weet ik zeker dat het probleem daarmee niet – blijvend - wordt opgelost. Er zijn altijd onderliggende factoren, omstandigheden, die maken dat een hond doet zoals hij doet. Daarom begin ik altijd met een uitgebreide intake, bij de eigenaren thuis. 

Niet alleen stel ik vragen over de hond en het probleem - hoe het kwam en wat er gebeurde -, maar ook over allerhande zaken die in eerste instantie wellicht niets met het probleem te maken lijken te hebben. Zoals: waarom koos men voor dit ras/deze hond? Hoe was zijn jeugd? Hoe gaat men met de hond om? Hoe is het voor de hond, hoe is het voor het gezin? De leefomgeving is vaak relevant, hoe woont de hond? Hoe is de dynamiek binnen het gezin? En, vergeet vooral niet de factor gezondheid: hoe zit de hond in zijn vel? Als gedragstherapeut moet je een goede kijk hebben op hoe een gezonde hond eruit ziet en zich beweegt. Dikwijls blijkt pijn of ongemak (mede) oorzaak te zijn van angst of agressie.

Vaak speelt frustratie, onmacht of verdriet bij eigenaren, én de hond, een rol. Dat is niet zo gek, men is immers meestal dol op elkaar en leeft intensief samen. Dat samenleven is vaak anders uitgepakt dan hoe men het voor ogen had bij de aanschaf van die schattige pup. Waar ging het mis?

Regelmatig word ik pas gebeld op het moment dat men al radeloos bij de dierenarts stond om de hond een spuitje te laten geven. Maar dierenartsen laten, als het goed is, niet zo maar een gezonde hond inslapen. Aan mij de ‘eer’ hier nog gedegen onderzoek te doen: hoe staat het met het welzijn van de hond, en zijn omgeving? Is er een groot risico? Kan er nog positieve verandering plaatsvinden bij deze hond? Binnen dit gezin? Is herplaatsing een optie? Samenleven met, of in de buurt leven van een hond die een groot - potentieel - gevaar is, is bijzonder stressvol en belastend. Je moet als KGTer een goede risico-inschatting kunnen maken. Je beslist over leven en dood! Dat doe je niet ‘even’, en gaat niet in je koude kleren zitten.

 

Anders dan veel mensen nog steeds denken, is het gedrag van de hond maar tot bepaalde hoogte trainbaar. Dit heeft o.a. met het ras en het individuele karakter te maken. Je kan van een Mops geen Border Collie maken, en van een zacht type  geen harde jongen. En dat geldt tevens voor hun eigenaren, ook zij zijn maar tot bepaalde hoogte 'maakbaar'.

Wanneer je dus alleen de hond 'aanpakt' en niet aan onderliggende factoren werkt, en/of verkeerde adviezen geeft, zal niet alleen het probleemgedrag weer steeds de kop op kunnen steken, maar is de kans groot dat er ook andere problemen ontstaan. Wellicht nóg ernstigere...

Tegelijkertijd heb je als gedragstherapeut óók je eigen normen, waarden en ethische grens. (Daarover een volgende keer meer.)

Inzicht verschaffen is het allerbelangrijkste; wat heeft deze hond nodig, wat hebben zijn mensen nodig, en waar liggen de gezamenlijke mogelijkheden en de grenzen. Het is maatwerk. Een goede gedragstherapeut geeft heel specifieke uitleg en adviezen, met niet alleen oog voor het welzijn van de hond, maar ook voor iedereen in zijn leefomgeving - mens en dier.

Gelukkig lukt het meestal om een mooie, positieve, en blijvende verandering te bewerkstelligen, voor de hond en zijn eigenaren. Dat maakt voor mij het vak van de gedragstherapeut voor honden(eigenaren) tot een enerverend, maar prachtig beroep.

 

 

Nb Je begrijpt nu wellicht dat het beroep van gedragstherapeut niet iets is wat je gewoon maar ‘even’ doet omdat je van honden houdt, je hebt hier een gedegen en erkende opleiding voor nodig op hbo-niveau. Blijven bijscholen is essentieel - er zijn continu nieuwe (wetenschappelijke) inzichten. Kennis, inzicht én ervaring maken dat je steeds beter wordt in je vak. 















donderdag 12 november 2020

Wat is een goede hondenschool/trainer?

 

Op internet vind je genoeg richtlijnen voor waar een goede hondenschool aan moet voldoen. Tóch blijven er behoorlijke verschillen tussen hondenscholen en trainers bestaan, met name in hun visie en methode. Welke is nu goed en welke fout?

 

Inzichten veranderen

We weten al heel lang dat honden/mensen, dieren in het algemeen, hun gedrag meestal aanpassen door de gevolgen die ze ervan ondervinden. 

We weten ook al heel lang dat straffen, door middel van pijn en schrik, maakt dat de hond bepaald gedrag, in bepaalde context, stopt. Omdat pijn en schrik, en dat wat het veroorzaakt, de hond angst bezorgt. 

We weten óók dat bepaald gedrag toeneemt als het wordt beloond door dat waar het individu – op dat moment - behoefte aan heeft. Dat zijn voor de hond prettige dingen, zoals eten, aandacht, (na)jagen en spelen.

Inmiddels weten we ook dat de visie – honden willen altijd de baas worden, dus moet je ze met geweld onder de duim houden –, welke men als leidraad voor de opvoeding/training nam, achterhaald is*. Mede daarom trainen steeds meer hondenscholen tegenwoordig volgens ‘de positieve methode’, door te belonen met leuks/lekkers, en vaak het negeren van ongewenst gedrag.

 

Inmiddels weten we ook dat de emotionele systemen bij honden net zo werken als bij ons, en zij dus gevoelens net zo kunnen ervaren. Niet alleen vanuit basale emoties zoals angst of boosheid, maar bijvoorbeeld óók vanuit liefde en verdriet. Deze emoties kunnen niet alleen per moment veranderen, er is ook een bepaalde ‘basisstemming’ - een hang richting meer positieve of negatieve emoties -, die voor ieder individu anders is. 

Dat geldt ook voor behoeftes; zo heeft de een meer behoefte aan liefde, spel of aandacht, maar vindt een ander het ‘fijn’ om sluimerende boosheid te kunnen uiten of bijna dwangmatig controle te willen houden - wellicht uit onderhuidse angst.

Dit alles komt voort uit erfelijke aanleg, opvoeding, opgedane ervaringen, ziekte en ongemak, en dus de werking van de hersenen (emotionele systemen, hormonen etc.). Hoe dit allemaal exact in elkaar zit? De geleerden zijn hierover nog lang niet uitgeleerd, laat staan wij.

 

Objectief en subjectief

Terug naar die hondenschool en trainers: welke is dan goed of fout? Objectief bezien kan je stellen dat een hondenschool/trainer die goed is opgeleid, werkt middels de nieuwste inzichten, goede kennis en inzicht heeft, veel ervaring met diverse types honden heeft, en deze materie goed over kan brengen op de eigenaren, een goede hondenschool/trainer is.

 

En toch blijven er die diverse scholen, trainers en methodes … waarvan er een heleboel het predicaat 'fout' of 'slecht' zouden kunnen krijgen.

Dit komt dat doordat de eigenaar bepaalt waar en bij wie wordt getraind, en niet de hond. Die eigenaar, met zijn/haar eigen emoties, stemmingen, behoeftes én verwachtingen, bepaalt voor welke school en trainer wordt gekozen. Is de eigenaar teleurgesteld in zijn hond of boos of gefrustreerd dan bestaat de kans dat hij/zij een andere keuze maakt dan wanneer hij/zij verliefd op of vertederd is door de hond.


En hij of zij beoordeelt vervolgens of een school of trainer ‘goed’ is.

Dus ook al weten we dat bepaalde visies en methoden ‘achterhaald zijn’ of ‘het allemaal hondvriendelijker kan’, als de uitstraling/verwachtingen die een school/trainer wekt niet past bij de behoefte van de eigenaar, op dat moment, gaat de eigenaar er al niet heen. En als de behoefte van de eigenaar bij die school of trainer vervolgens niet of onvoldoende wordt vervuld, wordt de school/trainer als ‘niet goed’ beoordeeld.

'Goed' is dus subjectief. 

Ook al zou de hond wellicht een andere keuze hebben gemaakt… zijn eigenaar bepaalt.

 

*zoek op: dominantiemodel